Vrijwilliger Arjo bezocht een gevangene die er alles aan deed om niet opnieuw de fout in te gaan. Tegelijkertijd is het bezoekwerk in de gevangenis ook moeilijk: “Niet altijd alles verloopt zoals je dat graag zou zien. Sommige gevangenen zullen na vrijkomen vrijwel zeker terugkeren in hun oude milieu, en dan liggen de verleidingen weer op de loer.” Een eerlijk interview met een gedreven vrijwilliger.
Jarenlang heeft Arjo voor de klas gestaan. Daarbij droeg hij bijzondere zorg voor leerlingen met leerstoornissen. Nu gaat hij al ruim 5 jaar op bezoek bij gevangenen, als vrijwilliger bij Gevangenenzorg Nederland. Als Arjo anderen vertelt hoe hij zijn vrije tijd invult, krijgt hij nogal eens minder positieve reacties: “De reactie is vaak dat gevangenen in Nederland het veel te goed hebben. Ze hoeven weinig te werken, hebben televisie op hun cel en hun kostje staat elke dag voor hen klaar. Het is hun eigen schuld dat ze in de gevangenis zitten, hadden ze zich maar aan de regels moeten houden.”
Alle tijd
Na veel met gevangenen gesproken te hebben, ziet Arjo dat anders. “Als je van ’s middags half 5 tot de volgende morgen half 8 achter de deur zit, heb je als gevangene veel tijd om na te denken en stil te staan bij de eentonigheid van de dagen, het delict waarvoor je veroordeeld bent, en de gevolgen daarvan. Dan ga je piekeren, het strafblad dat je de rest van je leven zal achtervolgen en je toekomst die in puin ligt. Je hebt dan ook alle tijd ook om te tobben over je vrouw of vriendin die je heeft verlaten en je kinderen die je maar zelden ziet. Je hebt de tijd om spijt te gaan voelen over het huis dat verkocht moest worden, omdat de hypotheeklasten niet meer werden betaald, over familie die je niet meer wil zien en over vrienden die je lieten zitten. Wat is het dan goed als je dat met iemand van buiten kunt delen, als je woorden kunt geven aan de pijn.”
“Maar, net als ieder ander, hebben veroordeelden ook hun eigen verleden. Dat maakt vaak duidelijk hoe de latere ontsporing kon ontstaan.”
Eigen verleden
Arjo: “Jazeker, gevangenen hebben de gevangenisstraf aan zichzelf te danken. Zij hebben met hun daad anderen schade toegebracht. Ze zijn daarvoor terecht veroordeeld en voor een bepaalde tijd hun vrijheid en autonomie kwijt. Dat doet veel met ze, omdat de opgelegde straf meer is dan alleen opsluiting. Maar, net als ieder ander, hebben veroordeelden ook hun eigen verleden. Dat maakt vaak duidelijk hoe de latere ontsporing kon ontstaan.”
Vijf overdenkingen voor geloofsopbouw en inspiratie
Mooie gesprekken
Zo ontmoette Arjo tijdens zijn eerste bezoektraject een toen nog jonge vader die in zijn eigen jeugd zijn vader zelden zag. “Zijn vader zat namelijk voor langere tijd in de gevangenis. Zijn moeder was drankzuchtig en besteedde weinig aandacht aan hem. Doordat hij op een woonwagenkamp woonde kon hij gemakkelijk spijbelen, en zijn criminele neef leerde hem intussen de kunstjes van het ‘snelle geld’. Hij raakte betrokken bij steeds zwaardere zaken. Diverse malen werd hij veroordeeld en zat toen ik hem bezocht, weer voor een aantal maanden vast. Het ging hem steeds meer opbreken dat hij, net als zijn vader destijds, er niet was voor zijn zoontje van vier. Hij wilde duidelijk met zijn verleden breken en er zijn voor zijn gezinnetje. Dat leverde een aantal mooie gesprekken op.”
Uitdaging
Arjo vindt het contact met een gevangene soms wel een uitdaging. “Niet altijd verloopt dat zoals je graag zou zien. Soms komt er weinig openheid. Ook zijn er, veelal jongere gevangenen, die wel spijt hebben, maar vrijwel zeker weer zullen terugkeren naar hun oude, criminele, milieu. Het is voor mij dan lastig om zo’n traject vol te houden. Door de corona-maatregelen kan Arjo niet op bezoek in de gevangenis. Maar Arjo ziet uit naar het moment dat hij de gevangenis weer in kan, de verhalen van de gevangenen aan te horen en er voor hen te zijn.