“De vriendin van mijn zoon belde. Ze vertelde dat hij was opgepakt door de politie maar dat ze verder niets wist. Ik schrok enorm. Binnenkort hoor ik wel wat van hem, dacht ik. Ik begreep dat hij naar het huis van bewaring was gebracht. Maar we hoorden niets meer.” Er brak een moeilijke tijd aan voor Yvette. Ze vertelt daarover, maar ook over de waardevolle gesprekken met onze vrijwilliger Ria.
“Ik was niet alleen verdrietig, ik schaamde me ook: mijn kind was in de gevangenis terecht gekomen. De eerste twee weken heb ik het niemand verteld, behalve mijn kinderen. Zij reageerden geschrokken en waren bezorgd om mij en mijn man. Sommigen waren boos, omdat hij dit had laten gebeuren. We konden er in het gezin gelukkig goed met elkaar over praten.”
Op zoek naar grenzen
Helemaal onverwacht kwam de detentie niet. “Onze zoon was altijd op zoek naar grenzen. Hij zocht spanning en sensatie, en kwam al in de puberteit met de politie in aanraking. De delicten hadden vooral betrekking op diefstal, maar er was ook een keer geweld bij. Toen hij uit huis was, leek het goed te gaan.” Yvette schrok daarom erg, toen bleek dat haar zoon tóch was opgepakt.
“Ik was erg bezig met mijn zoon. Ik wilde weten wat er aan de hand was, wat er in zijn hoofd speelde, wilde met hem praten en weten hoe het met hem ging. Ik was helemaal op hem gericht en erg verdrietig. Totdat mijn dochter zei: ‘Mama, hij zit in de gevangenis, maar jij moet er nou maar eens uitkomen. Jij zit met je hoofd ook in de gevangenis. Doe dat nou niet.’ Dat hielp me om te zien dat er meer is dan alleen een kind in de gevangenis.
“Ik was niet alleen verdrietig, ik schaamde me ook: mijn kind zat in de gevangenis.”
Yvette ging inmiddels niet alleen op bezoek bij haar eigen zoon, maar had zich ook als vrijwilliger aangemeld bij Gevangenenzorg om er voor andere eenzame gevangenen te kunnen zijn. “Mijn zoon vertelde dat veel jongens in de gevangenis geen of nauwelijks bezoek krijgen. Ik vond dat erg en heb me toen als vrijwilliger aangemeld. Op een gegeven moment liep ik daarin vast. Ik wam te vaak mezelf tegen en drukte de gevoelens die dat opriep weg. Beppie, de maatschappelijk werker van Gevangenenzorg met wie ik toen contact had zei: ‘Maar jij dan? Heb jij dan geen behoefte aan iemand die er voor jou is?’ Dit raakte me heel erg en ik voelde me ineens gezien en gehoord.”
Bevrijding
Het contact met vrijwilliger Ria was het gevolg. “Ik weet nog dat ik in het begin alleen maar praatte, alsof er een dam doorbrak. Het voelde als een bevrijding om dat gewoon te kunnen vertellen aan iemand die geen oordeel heeft, die geen moeilijke vragen stelt of oplossingen aandraagt. Iemand die alleen maar luistert. Dat helpt zo! Het is goed dat de focus niet alleen ligt op degene die gevangen zit, maar dat jij er ook toe doet. Dat hielp me om mijn grenzen aan te geven richting mijn zoon. Hij had zoveel dingen nodig: een advocaat, rapportages en er moesten veel dingen worden geregeld, bijvoorbeeld rond zijn huis. Ik ging er altijd in mee. Maar opeens dacht ik: wacht even, ik ben er ook nog. Dat kwam door de gesprekken met Ria. Daardoor ging ik mijn eigen grenzen beter bewaken en daardoor kon ik het al die tijd volhouden. Ik kreeg weer lucht.”
“Een maatje van Gevangenenzorg is fantastisch, want het is iemand die niet in je netwerk zit. Je hoeft daardoor ook niet te bedenken wat je wel of niet vertelt. Je kunt gewoon vrijuit praten en dat is heel hard nodig, dat heb ik zelf gemerkt. Maar ook dat je erkenning krijgt voor het verdriet en de boosheid die je voelt.”
Vertrouwen
Vrijwilliger Ria is blij dat ze van betekenis kon zijn voor Yvette. “Wat mij vooral raakt, is de pijn die er is als zoiets je overkomt, als je kind in detentie zit. Maar ook de kracht die je als ouders hebt om datgene te doen voor je kind wat nodig is. Ik ben altijd erg geraakt als mensen mij in vertrouwen willen en kunnen nemen. Dat is bijzonder. In de trainingen die ik via Gevangenenzorg mocht volgen, heb ik geleerd dat het belangrijk is om te luisteren naar iemand en dat dan zo ‘blanco’ mogelijk te doen. Dingen zijn anders dan je denkt. De mensen met wie ik als vrijwilliger in contact kom, voegen zeker ook iets toe aan mijn eigen leven.”