Op deze pagina
Vijf politieagenten stonden er in haar huiskamer, 9 dagen na de geboorte van haar tweede kind. Ik ben op bezoek bij Arja (niet haar echte naam) om kerstpresentjes aan haar kinderen te geven, namens hun vader – een jaarlijkse actie van Gevangenenzorg Nederland. “Deze hele kast hebben ze leeggehaald”, wijst ze, terwijl ze de baby een fruithapje geeft, “maar hier niks gevonden. Wel op zijn computer: kinderporno.” Ze spuugt het woord uit. “In bezit hè, hij heeft ze niet zelf wat aangedaan” – vergoelijkt ze nog enigszins. “De agenten waren wel aardig hoor.” Verrast kijk ik op. “Die vrouwelijke agent heeft nog een paar keer gebeld hoe het met me gaat.”
Onze vrijwilliger Nicolette brengt net voor de kerst een cadeautje bij een kind van een gevangene. Wat ze meemaakt raakt haar diep, en wil ze graag delen in deze column.
Twee maanden heeft Arja haar man nog bezocht in detentie. Tot bleek dat er ook foto’s van hun baby tussen het materiaal zaten. Hij is direct uit de ouderlijke macht ontzet. Ze wil hem nooit meer zien. Hij heeft gesmeekt en gehuild, via de advocaat geprobeerd contact te krijgen met zijn kinderen; tevergeefs. Als bezoeker van gevangenen hoor ik meestal de andere kant: hoe het hebben van kinderen vaak de motivatie is voor gevangenen om wat van het leven te maken, om uit de criminaliteit te blijven. Hier geen tweede kansen?
Alles kwijt
Als ik de lego-bouwwerken in de vitrinekast bewonder, glundert Arja: “Door mijn zoon gemaakt, samen met zijn vader. Hij was een hele lieve, goede vader’. Door haar boosheid heen hoor ik iets van haar oude liefde. Een decennium waren ze samen, en in één klap zijn ze beiden alles kwijt. Van goed verdienende vrachtwagenchauffeur, nu berooid in de bak, en zij in de bijstand. Ik vraag naar haar netwerk. Moeder overleden, vader Alzheimer. Haar schoonmoeder is kapot van de misdaad van haar zoon; Arja en zij hebben veel aan elkaar gehad het afgelopen jaar.
Hier zijn alleen maar verliezers.
“Wat gaaf dat jullie dit doen”, klinkt het opeens, “wie zijn die donateurs en vrijwilligers eigenlijk?” Ik leg voorzichtig uit dat de meesten een christelijke achtergrond hebben. “Ik ga ook een kerstgift overmaken”, zegt ze gedecideerd, ‘dit werk moet doorgaan’. Tevergeefs probeer ik haar ervan af te houden, zelfs van haar bijstand wil ze geven. Geven is blijkbaar besmettelijk!
Het sterke geslacht
Het oudste kind is tijdelijk opgenomen voor trauma-behandeling, Arja zelf staat op de wachtlijst. “Ik moet verder met mijn leven”, klinkt het strijdlustig. “Al is het maar voor hem”, en wijst met het lepeltje naar de baby. Bij het weggaan complimenteer ik haar met haar kordate houding. “Wij zijn vrouwen hè?”, lacht ze breeduit, met de baby op haar arm. “Het sterke geslacht!’ beaam ik, en zachtjes trek ik de voordeur achter me dicht.
Licht
Vandaag is de harde lockdown van de regering ingegaan. Mijn klein leed verdwijnt als sneeuw voor de zon. In de donkere dagen voor kerst breng ik dit verhaal in het Licht: Hij kwam voor het verlorene.”
Nicolette
(Nicolette is één van de 650 vrijwilligers van Gevangenenzorg Nederland. Zij brengt onder meer cadeautjes bij kinderen van Gevangenen. Ouders in de gevangenis kunnen een cadeautje aanvragen voor hun kind, ter gelegenheid van kerst of voor hun verjaardag. Gevangenenzorg koopt het cadeautje, de vrijwilliger brengt het (met toestemming van de verzorgende ouder) bij het kind thuis.)