Verhalen

Gevangene Cindy stuurt spijtbrief aan haar slachtoffer

Terug naar overzicht
Op deze pagina

(de vrouw op bovenstaande foto is niet Cindy)

Cindy is een jonge vrouw van dertig jaar met een zachte blik. Nog maar kort geleden zat ze in de vrouwengevangenis, waar ze het heel moeilijk had: “Elke dag ruzie, roddel, zoveel leed.” Toch was het geen verloren tijd. Ze heeft er ook  wat geleerd: oog hebben voor haar slachtoffer. Onze cursus SOS Individueel – de  herstelrechtcursus die gevangenen helpt na te denken over de gevolgen van hun delict voor het slachtoffer en de samenleving –  die ze samen met onze vrijwilliger Carla deed, was voor haar een eyeopener. Via de organisatie Perspectief Herstelbemiddeling probeert ze nu in contact te komen met haar slachtoffer om haar te zeggen dat ze spijt heeft. Cindy wacht (op het moment van ons gesprek) nog op antwoord van haar slachtoffer. En dat vindt ze spannend.

Normaal gezin

Het lag niet aan haar jeugd of aan de opvoeding dat ze in de gevangenis terechtkwam, zegt Cindy. Ze maakte zélf de verkeerde keuzes. “Ik kom uit een heel normaal en christelijk gezin. Ik ben goed opgevoed, wel streng: ik mocht niet uitgaan, niet naar wereldse muziek luisteren.  Maar in de kerk had ik het erg naar mijn zin en was ik actief in het clubwerk.”

Cindy is de jongste in een gezin met zes kinderen. Met vier van hen gaat het voorspoedig: ze studeerden en hebben werk. Maar één van haar oudere broers was nog maar een tiener toen hij na een geweldsdelict de gevangenis in moest. “Dat heeft veel met mijn familie gedaan. Als kind ging ik jarenlang elke week bij hem op bezoek.” Haar broer gaat gevangenis uit en weer in. Steeds blijft de familie hem bezoeken. “Tijdens de SOS-training die ik volgde in de gevangenis, dacht ik: ‘We steunen mijn broer, maar ondertussen maakt hij veel slachtoffers. Niemand van ons denkt aan hen. De cursus is een goede zelfreflectie, ook als je een gedetineerd familielid hebt. Het dwingt je om je in te leven in wat slachtoffers voelen.”

Rebels

Als puber was Cindy super rebels. Ze brak met de kerk. “Ik wilde gewoon de wereld in.” Dat werd er niet beter op toen haar ouders uit elkaar gingen. Cindy bleef bij haar moeder wonen. Toen haar moeder ernstig ziek werd en haar baan verloor, besloot Cindy de prostitutie in te gaan om voor inkomen te zorgen. Een schoolopleiding maakte ze nooit af. Haar leven werd bijzonder zwaar toen haar moeder overleed en Cindy ineens geen moeder, geen huis en geen stabiliteit meer had. “Ik kon haar overlijden moeilijk accepteren en raakte in een depressie. Ik was te moe om te werken. Toen bedacht ik dat ik andere meiden voor me kon laten werken. Mijn gedetineerde broer wist een meisje dat geen vaste woonplek had en de prostitutie in wilde. Ik maakte een advertentie voor haar, met als adres het appartement waar ik woonde.  Daar is het mis gegaan. Het bleek een vrouw met een verstandelijke beperking.  Ze had een vriendje dat best knap was. Ik wilde niet inzien dat hij haar misleidde.”

De situatie veranderde drastisch toen deze vrouw aangifte deed bij de politie. Cindy werd samen met andere betrokkenen opgepakt en veroordeeld voor medeplichtigheid aan mensenhandel.

In hoger beroep kreeg ze zes maanden cel en een boete van 6.000 euro. “Ik vind het jammer van de schadevergoeding die ik moet betalen, maar de straf heb ik verdiend.”

‘De SOS Cursus dwingt je om je in te leven in slachtoffers’

Schoon schip

Aan de SOS-training die ze in de gevangenis volgde, heeft Cindy veel gehad. “SOS zou verplicht moeten worden”, vindt ze. “Het zet je aan het denken.” Ze heeft echt spijt van de keuzes die ze maakte en ze besluit schoon schip te maken. “Het moet een keer stoppen”, zegt ze.

Als ‘hersteldaad’ aan het eind van haar SOS-training betuigt ze via een zelfgeschreven, indringend gedicht spijt aan haar slachtoffer. Ze wil het graag aan haar slachtoffer geven, haar in de ogen kunnen kijken. Ze wacht nu met heel veel spanning de berichten af van Perspectief Herstelbemiddeling die bezig is het contact te leggen.

Ondertussen is Cindy druk bezig haar leven een andere wending te geven, ze solliciteert, zoekt werk en een opleiding. Binnenkort krijgt ze daarbij steun van een andere vrijwilliger van Gevangenenzorg, iemand die in haar buurt woont.