Verhalen

‘Je ziet de blije gezichten van de kinderen, dat is zo fijn!’

Terug naar overzicht

Voor kinderen van gevangenen zijn de coronamaatregelen extra moeilijk: hun ouder woont niet meer niet thuis en op bezoek gaan in de gevangenis zat er maandenlang niet in. Om licht te brengen in deze zware tijd, introduceerde Gevangenenzorg het Project Corona Kindercadeau. Gevangenen mogen gratis een cadeautje laten bezorgen bij hun kinderen. Daarvan wordt massaal en dankbaar gebruik gemaakt. Inmiddels hebben onze vrijwilligers ruim 280 kinderen blij gemaakt met een cadeautje. Eén van die vrijwilligers is Agatha en zij vertelt wat ze tegenkomt.

“Gevangenen kunnen normaal gesproken twee keer per jaar een cadeau aanvragen voor hun kind. Met de verjaardag en met Kerst”, legt Agatha uit. “En nu is er het coronacadeautje. De kinderen kunnen hun vader of moeder al een tijd niet bezoeken. Dan is zo’n cadeautje echt een verrassing voor ze.” Die extra aandacht is belangrijk, want het is een lastige tijd. Dat geldt niet alleen voor de kinderen, weet Agatha. “Ik zie vaak moeders die met de kinderen op een klein flatje wonen. Ze moeten van weinig rondkomen en staan er alleen voor. Dat maakt het leven met coronamaatregelen echt zwaar. Ze kunnen vaak geen kant op.”

“En nu is er het coronacadeautje. De kinderen kunnen hun vader of moeder al een tijd niet bezoeken. Dan is zo’n cadeautje echt een verrassing voor ze.

Vrijwilliger Agatha

Gekwetst

Agatha gaat niet zomaar langs om even een cadeautje af te geven. “Ik bel altijd eerst met de ouder die thuis is, meestal de moeder, om te overleggen”, legt ze uit. Agatha’s eerste vraag is of het goed is dat ze een cadeau namens de vader komt brengen. Dat mag vaak, maar de reacties zijn niet altijd enthousiast. “Laatst was er een moeder die zei: ‘Van hém? Nou, dat hoeft echt niet van mij. Maar m’n zoon is 10 dus hij mag het zelf beslissen’. Ik kon meeluisteren met het gesprekje aan de andere kant van de lijn: ‘Jonathan, deze mevrouw wil iets langs komen brengen namens pappa. Wil jij een cadeautje van hem?’ ‘Nee!’, klonk het vastbesloten. ‘Nou, u hoort het…’, zei de moeder. Gelukkig heb ik nog wel even naar haar verhaal kunnen luisteren, over hoe gekwetst haar zoon was. Het is juist zo belangrijk dat ze weet dat er een luisterend oor is. Ik heb haar ook gewezen op de hulp die er voor haarzelf is. Meer kan ik op dat moment niet doen.”

Pakketjes

Op Agatha’s tuintafel liggen een paar enveloppen en een grote doos in feestelijk rood papier, met een adressticker erop. “Sommige ouders willen liever niet dat ik langskom. Om allerlei redenen: schaamte, geen tijd, omdat ze aan het werk zijn of uit angst vanwege corona. Dat hoeven ze me niet uit te leggen; ik stuur het cadeautje gewoon op. Ik breng deze maanden regelmatig een stapeltje naar het postkantoor. Dit is deze week al het 12de pakketje.” De inhoud van het pakketje bepaalt ze samen met de ouders. De gedetineerde ouder geeft bij de aanvraag een cadeau-idee op en Agatha overlegt altijd nog even met de andere ouder, of het een goed idee is of dat ze liever iets anders willen. Pas dan doet ze haar inkopen. “In deze enveloppen zitten VVV-bonnen voor twee zusjes. Dan kunnen de meisjes zelf wat uitzoeken, dat wilde moeder liever. En dit rode pakket is voor een meisje van elf. Ze houdt van knutselen. Dus heb ik een doos gevuld met kleurige knutselspullen. We doen er ook altijd een kaartje bij voor de moeder, met een mooie steunende tekst en het adres van onze website. Voor als ze zelf hulp nodig heeft.“

Heel gemaakt

Het is niet verwonderlijk dat Agatha de ellende van de moeders zo goed aanvoelt. Ze is zelf in haar leven geconfronteerd met enorm veel verdriet en pijn. Het begon in 2006, toen haar jongste dochter verongelukte. Ze was nog maar 16 jaar. “Tot dan toe was ik een stoere, sterke vrouw. Maar vanaf de dag dat Lisette stierf, was daar niets van over. De vrolijke, sterke Agatha bestond niet meer.” Vijf jaar later liep haar huwelijk stuk en ook Agatha’s lichaam liet haar in de steek. Ze kreeg een herseninfarct en later een hersenbloeding, leed aan een burn-out en moest door terugkerende infecties tot 3 maal toe een nieuwe heup. Tussendoor kwam ook nog de diagnose schildklierkanker. En het is nog niet gedaan. De heupproblemen zijn volgens de artsen blijvend en binnenkort moet Agatha weer de medische molen in, omdat er nieuwe tumoren zijn gevonden.

En toch, ondanks alle tegenspoed, is Agatha alles behalve een hoopje ellende. Integendeel. Ze is een vrolijke vrouw die veel energie en liefde uitstraalt. Dat kan ze wel verklaren. “Het leven heeft me flink stil gezet. God wist hoe Hij me klein moest krijgen. Hij ging die weg met mij, omdat Hij mijn ziel op het oog had. Hij is de heelmeester voor geest, ziel en lichaam, ik blijf in dit wonder geloven ook voor mijn lichaam.” Ze verhaalt hoe ze God op een nieuwe manier heeft leren kennen. Als een liefdevolle Vader, die wil vergeven.

Toeval bestaat niet

In 2016 werd Agatha helemaal afgekeurd voor haar werk. Ze wilde toch zich graag nuttig maken. “Ik ben eerlijk gezegd wel wat sensatiebelust”, zegt ze met een ondeugende twinkel in haar ogen. “Ik had bedacht dat ik iets in de gevangenis wilde doen. Het liefst als bewaker, dat leek me wel stoer. Maar dat kan natuurlijk helemaal niet met dat lijf van mij. Net toen ik dat allemaal bedacht had, zag ik een advertentie van Gevangenenzorg Nederland. Toeval bestaat niet, dus ik heb me meteen aangemeld.”

Vijf overdenkingen voor geloofsopbouw en inspiratie

Blije gezichten

Agatha begon als bezoekvrijwilliger voor familie van gevangenen, daar ze kreeg ze soms heftige verhalen te horen. “Die hielden mij wel bezig.” Omdat het druk werd met Kikado (het Kindercadeauprogramma) werd Agatha gevraagd daarmee bezig te gaan. Die rol past helemaal bij haar. Ze kan er haar liefde én haar creativiteit in kwijt. Het is vaak ook dankbaar werk. “Bij de meeste gezinnen die ik bel, krijg ik een fijne reactie. Het is mooi voor een kind om te ervaren dat vader of moeder in de gevangenis aan je heeft gedacht. Zeker nu.“ Als het even kan, brengt Agatha een cadeau zelf langs. “Je ziet dan de blije gezichten van de kinderen, dat is zo fijn. Ik grijp ook altijd de gelegenheid aan om even met de vader of moeder te praten. Om te vragen hoe het gaat en of ze hulp nodig hebben. Dat geeft me soms de kans om ze te wijzen op familiezorg van Gevangenenzorg.”

Ondanks alle blije momenten blijft het verdriet Agatha raken. “Soms denk ik: Zijn er wel voordeuren waarachter geen verdriet en afwijzing is? Maar ik heb geleerd om niet meer alle zorgen mee te nemen. En ik kan ervoor bidden. Ik weet dat juist dat een enorme kracht is. Dat heb ik zelf ervaren en dat gun ik de gevangenen en hun gezinnen ook.”

Tekst: Ineke Kouwenberg