Verhalen

Niemand om mee te praten…

Terug naar overzicht
Op deze pagina

“Fijn dat ik met jou hierover kan delen. Dit soort dingen bespreek je niet zo vaak hé, maar het heeft veel impact. (…) Ik ben al blij dat je zo lang er was hoor! Dat is super. Ik vond het pittig te delen, maar het voelde heel vertrouwd.’ Dit is een citaat uit een chatgesprek.

Ramona herkent dit wel. Dit soort opmerkingen krijgt zij ook. Ramona (41) is chatvrijwilliger bij Gevangenenzorg Nederland. Regelmatig heeft ze anderhalf uur dienst. Dan zit ze achter haar computer klaar voor binnenkomende gesprekken.

Opgepakt

Het meest spreekt Ramona achterblijvers die op zoek zijn naar informatie of die hun hart willen luchten. De vragen die ze krijgt, zijn heel divers. “Sommige familieleden zijn acuut op zoek naar informatie. Hun zoon of partner is opgepakt, ze weten niet waar hij zit en niet wat ze kunnen doen. Vaak komen mensen binnen met een korte vraag. Ik geef dan antwoord, of verwijs hen door, maar ik vraag ook altijd: ‘Hoe gaat het met jóu? Heb je zelf steun in je familie?’ Dat vind ik belangrijk. Achter die korte vraag ligt vaak de behoefte om te praten. Na afloop zeggen ze dat ze het fijn vonden dat ik luisterde.”

Ruim twaalf jaar geleden maakte Ramona voor het eerst kennis met ons werk. Tijdens een open dag in de gevangenis van Lelystad viel haar oog op een poster van Gevangenenzorg. “Thuis ben ik op de website gaan kijken. Vanuit mijn christelijke achtergrond, maar zeker ook vanuit mijn persoonlijke overtuiging, geloof ik dat ieder mens recht heeft op hulp en een nieuw perspectief. Voor mij voelde het als een kleine moeite om mij aan te melden als vrijwilliger en op die manier mijn steentje bij te dragen. Nu twaalf jaar later doe ik mijn vrijwilligerswerk nog met veel plezier en sta ik er nog steeds helemaal achter!” Ramona bezocht in de afgelopen jaren iemand in de tbs-kliniek, ze brengt cadeautjes naar kinderen van gevangenen en is ze alweer drie jaar betrokken bij de chathulp. Dat kan ze vanuit huis doen en daardoor goed combineren met haar werk en haar gezin met kleine kinderen.

Regelmatig heeft ze chatdienst. “Ik spreek dan vooral achterblijvers. Maar er komt ook regelmatig een dame (ik noem haar hier Monika, dat is niet haar echte naam) die in een tbs-instelling verblijft en wat meer vrijheden heeft waardoor ze op internet kan. Monika heeft een heel klein netwerk en komt op de chat om een praatje te maken of haar hart te luchten. Mensen als Monika hebben in hun eigen leven níemand met wie ze kunnen praten.”

Strijdbare moeder

Ramona probeert zoveel mogelijk informatie paraat te hebben. Voordat ze als chatvrijwilliger aan de slag ging, volgde ze hiervoor een elearning van Gevangenenzorg. Daarnaast valt ze terug op de informatie die te vinden is op Aandachtvoorachterblijvers.nl en andere websites.

Eén van de gesprekken die recent veel indruk op Ramona heeft gemaakt, is dat met de moeder van een gedetineerde zoon. Hij heeft psychische problemen, is verslaafd en komt binnenkort vrij. Wat moet je dan als moeder? Als je hem weer thuis laat wonen, weet je dat jezelf eraan onderdoor gaat. Bied je hem je huis niet aan, dan leeft je zoon op straat. “Dat ging zó tegen haar gevoel in. Ze had hem al talloze kansen gegeven, maar telkens weer ging het verkeerd. En toch bleef ze voor hem strijden!” Het feit dat Ramona naar haar luisterde, dat ze met haar van gedachten kon wisselen, gaf deze moeder rust. Ze werd gehoord en begrepen.

Dankbaar werk

“Ik probeer het me niet te persoonlijk aan te trekken, hoewel ik er natuurlijk nog wel aan moet denken. Gevangenenzorg biedt de mogelijkheid om het chatgesprek na te bespreken. Dat is heel fijn. Soms vraag je je af: heb ik dit wel goed aangepakt. Ik ben oplossingsgericht, wil mensen graag verder helpen. Maar dat hoeft niet altijd. Een luisterend oor is vaak voldoende. Het is dankbaar werk.”