In een gevangenis in het Noorden was Koop betrokken bij een cursus over herstel waar twaalf jonge vaders aan meededen. “Ruige jongens”, vertelt vrijwilliger Koop. “Ze sputterden tegen en ze wisten het allemaal al wel. Op 5 december kwamen hun kinderen om Sinterklaas te vieren. Toen zag je de kwetsbare kanten van de vaders.” Koop komt regelmatig in gevangenissen en tbs-klinieken en vertelt zijn verhaal.
“Zo’n cursus over herstel is stoeien met gevangenen. Tijdens een cursus komt er een slachtoffer vertellen over wat hij of zij heeft meegemaakt. Op het verhaal van het slachtoffer komen vaak wisselende reacties. Ik herinner me van een keer dat sommigen een grote mond hadden, maar zeiden zich achteraf toch af te vragen of ze vroeger wel verstandig waren geweest. Dat is positief als ze aan het denken gezet zijn. Aan het einde van de cursus kreeg ik van een gevangene een klap op de schouder, omdat hij de contacten zo leuk vond. Mooi is dat, wanneer er een stukje gelijkwaardigheid ontstaat.”
‘Dat ik vrijwilliger zou worden bij Gevangenenzorg had mijn vrouw nooit verwacht’
Koop komt als vrijwilliger bij Gevangenenzorg regelmatig in gevangenissen en klinieken.
Herstel
Naast de betrokkenheid bij cursussen voor gevangenen bezoekt Koop eveneens één-op-één gevangenen. “Ik had contacten met een jonge veelpleger, een keurige jongen die er verzorgd uitzag. Hij had veertien jaar in inrichtingen en huizen van bewaring gezeten. Verder was hij keurig in zijn bewoordingen. Na een aantal weken kreeg ik steeds meer vertrouwen van hem. Ik vertelde hem dat ik er echt voor hem wilde zijn. Ik ben nog met hem meegeweest naar de rechtbank. Ook heb ik geprobeerd hem aan het denken te zetten. Ik vroeg hem bijvoorbeeld hoe die zijn situatie voor zich zag wanneer die binnenkort vrij zou komen. Hij wilde een eigen bedrijfje beginnen. Maar het was lastig, gevangenen zijn eigenlijk anonieme mensen. Hij had geeneens een rekeningnummer.”
Koop stimuleerde hem eveneens om de band met zijn adoptievader te herstellen, maar dat verliep moeizaam. “Ik wilde deze gevangene ophalen toen hij vrijkwam, zodat hij niet met verkeerde mensen in aanraking zou komen. Het bijzondere was dat dit niet nodig bleek. Zijn adoptievader kwam hem al ophalen. Een mooi moment van herstel.”
Tweede vader
“Een andere gevangene die ik bezocht had een straf van twaalf jaar. Hij was opgevoed door zijn oma en had mentale problemen. Hij was eerst argwanend, maar ik kreeg steeds meer vertrouwen van hem. Later vertelde hij me zelfs dat hij me als een soort tweede vader was gaan zien. Ik vroeg hem hoe hij nou aan zichzelf wilde gaan werken. De jongen gaf aan niet meer terug te willen. Daarom ging hij opleidingen volgen en hij behaalde twaalf certificaten. Het is mooi dat ik hem kan bezoeken, ik ben bijna de enige die hem bezoekt. Afgelopen maanden waren moeilijk voor hem, vanwege corona moest hij nog langer dan normaal in zijn cel verblijven. Het maakte hem depressief.”
Koop kreeg de vraag of hij de oma van hem wilde bezoeken. “Dat heb ik gedaan. Het was een oudere vrouw met een handicap. Het verhaal wat ik van haar hoorde was heftig en aangrijpend. De wereld rondom detentie kan zo verdrietig zijn.”
Vijf overdenkingen voor geloofsopbouw en inspiratie
Mesdag kliniek
Naast het werk in de gevangenissen komt Koop ook geregeld de tbs-kliniek. “Daar verblijven patiënten soms al achttien jaar”, vertelt Koop. “Soms mogen ze onder begeleiding eens naar buiten. Om de twee jaar worden ze opnieuw beoordeeld, of de tbs verlengd moet worden. De reacties van mensen zijn daar door hun problematiek soms anders dan verwacht. Een spontaan grapje kan helemaal verkeerd vallen. Of een kopje koffie zonder lepeltje kan al voor stress zorgen. Ik had een keer dat ik iemand een schouderklopje gaf. Vriendelijk bedoeld, maar voor hem heftig. Hij begon er later nog wel over. Het is daarom fijn dat ik zo goed begeleid wordt door de kliniek en Gevangenenzorg.”
Koop was tijdens zijn werkzame leven actief diverse managementfuncties. “Tijdens mijn pensioen ontdekte ik mijn sociale kanten. Dat ik vrijwilliger zou worden bij Gevangenenzorg had mijn vrouw nooit verwacht. Maar het is mooi om te doen. Het is weleens moeilijk , vooral als je mensen ziet lijden. Maar meestal is het vrijwilligerswerk echt genieten!”