Nieuwsbrief

‘Als ik Johan niet had gehad, weet ik niet wat er van mij was terecht gekomen’

Terug naar overzicht

Frans en Johan zijn al vijftien jaar vrienden. Op zich niet ongewoon, maar wel als je weet dat de allereerste ontmoeting tussen Johan en Frans in de gevangenis plaatsvond. Johan kwam als vrijwilliger van Gevangenenzorg bij Frans op bezoek. Daaruit is een vriendschapsband ontstaan die nog steeds voortduurt. En dat is bijzonder!

Johan is al ruim twintig jaar vrijwilliger bij Gevangenenzorg Nederland. In die jaren heeft hij zeker 25 gevangenen bezocht. Maar alleen met Frans heeft hij zo lang contact gehouden. Er is vriendschap ontstaan, niet in de laatste plaats omdat ze elkaar hebben gevonden op geloofsgebied. “Hij is voor mij niet de ex-gevangene, maar gewoon Frans”, zegt Johan. Aan alles merk je dat die twee elkaar al lang kennen: glimlachen van herkenning, aanvullingen op elkaars verhaal. Frans heeft zijn periode in gevangenschap echt achter zich gelaten. Hij wil er niet in blijven hangen, zegt hij. Maar voor de jubileumnieuwsbrief wil hij wel een uitzondering maken. Juist omdat de vriendschapsband die met Johan is ontstaan, zo buitengewoon is.

Geen doorsnee jeugd

“Ik heb geen doorsnee jeugd gehad”, vertelt Frans. Hij komt uit een gebroken gezin waarin hij is mishandeld. Rond zijn dertiende verjaardag wordt hij uit huis geplaatst, maar het leven in het internaat is niet veel veiliger. Positief is dat hij in deze periode mensen uit de Pinkstergemeente ontmoet. “Zo ben ik voor het eerst in contact gekomen met de Heere Jezus. Dat heeft me nooit meer losgelaten.”

‘Dat ben ik’

Als Frans volwassen is, raakt hij verzeild in een wereld van drugs, geweld en criminaliteit. In 2007 wordt hij opgepakt en vanwege een ernstig delict veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. In de gevangenis ziet hij een foldertje van Gevangenenzorg, hij belt en zo krijgt hij Johan op bezoek. “Ik ben vaak overgeplaatst, maar Johan bleef.” Frans zit uren op cel en heeft alle tijd om na te denken. Hij wil meer weten over het geloof en vraagt Johan om een Bijbel. Wat hij leest, verrast Frans: “Psalm 51: Dat ben ik!” Frans begrijpt uiteraard niet alles.  Johan glimlacht: “Jij kwam meestal met een Bijbel vol met briefjes de spreekkamer van de gevangenis binnen. We hadden dan hele mooie gesprekken, echt op inhoud.” Johan vertelt tijdens die bezoeken ook over de preek die hij zondag in de kerk heeft gehoord. Die wil Frans ook weleens beluisteren. Dus Johan zorgt ervoor dat Frans een cd met preken krijgt. “Elke avond voordat ik naar bed ging, zette ik het cd’tje op. Weet je wat het vreemde was? Het leek of die dominee mij kende en speciaal voor mij sprak.”

Ondertussen is Johan de enige die bij Frans op bezoek komt, familie of vrienden zijn niet in beeld. Frans vindt het leven in de gevangenis zwaar. Ook al heeft hij als reiniger (schoonmaker) wat meer vrijheden, de contacten met andere gevangenen, hun delicten en ook de zelfmoorden die er zijn, grijpen hem aan.” “Het bezoek van Johan was iets waar ik erg naar uitkeek.”

Nooit losgelaten

Ook na detentie blijven Johan en Frans contact houden. Maar zijn netwerk wordt nu groter. Tijdens zijn verblijf in de tijdelijke opvang voor ex-gevangenen, bezoekt Frans op zondag de kerk. Als hij later verhuist naar een vaste woonplaats in Zeeland, vraagt de ouderling van de kerk of hij Frans mag aanmelden in de kerkelijke gemeente in zijn nieuwe woonplaats. Drie gezinnen in die nieuwe gemeente vangen Frans op. Om beurten halen ze hem op zondag op voor de kerkdienst. Frans is erg blij met deze gemeente. Hij heeft hier belijdeniscatechisatie gevolgd en is er gedoopt. “Ik ben hier helemaal op mijn plek.” Frans heeft zijn alweer jaren op orde. “Met dank aan deze meneer”, zegt hij lachend met een knikje naar Johan. En dan serieus: “Als ik Johan niet had leren kennen, weet ik niet wat er van mij was terecht gekomen. Ik heb het gevoel dat de Heere mij nooit los heeft gelaten. Dat Hij zei: Tot zo ver en niet ver