Nieuwsbrief

Column: Van moordenaar tot monnik

Terug naar overzicht
Op deze pagina

Je hebt van die boeken waarbij je op de eerste bladzijde al verkocht bent. “Hier, dit heb ik voor jou meegenomen”, zei Lea. Nu lees ik niet alles wat mijn vrouw me voorschotelt (dan zou ik nu al met pensioen moeten gaan), maar dit boek uit de bibliotheek was een voltreffer. ‘De meesten van ons geloven in vergeving; vooral als het om onszelf gaat’, begint het boek. ‘Bij mensen die verder van ons af staan, hebben we de neiging omstandigheden en criteria aan te voeren die hen buiten het domein van onze vergeving plaatsen.’ Herkenbaar?

‘Meest gevaarlijke gevangene’

Clayton Fountain was nog geen twintig, toen hij – na maandenlange treiteringen – zijn sergeant om het leven bracht. In de gevangenis benam hij nog eens vier mensen het leven, drie medegevangenen en een bewaker. Hij kreeg het label ‘meest gevaarlijke gevangene’.

Omdat hij zo onvoorspelbaar gevaarlijk was, nam het gevangenissysteem drastische maatregelen. Hij mocht niet meer tussen medegevangenen leven. Speciaal voor hem werd een betonnen isoleercel gebouwd. Hij werd volledig teruggeworpen op zichzelf. Uiteindelijk leefde hij twintig jaar in volledige isolatie.

God ontmoeten

Een simpele brief van Beth – een volstrekt onbekende vrouw voor hem – luidde zijn bevrijding in. Ik bedoel dat geestelijk. ‘Oké, ze kunnen je in een speciale cel opsluiten, maar ze kunnen je niet tegenhouden om God te ontmoeten; de enige die dat kan, ben jij. Aangezien ik uit eigen ervaring weet dat God nog steeds in wonderen doet, meen ik jou te moeten schrijven.’ Ze schreef Clayton dat ze haar halve leven ‘een wilde, uitzinnige atheïst’ was geweest.

Zijn cel werd een broedkamer van verandering en bekering. Hij volgde diverse studies, waaronder theologie. Op zijn bajesrapport kreeg hij voor ‘netheid en vlijt’ steevast een 10. Toch bleef zijn verleden hem achtervolgen. Hij kreeg sympathie, maar geen vertrouwen. Hij bleef in isolatie. Hij droeg dat gelouterd omdat, zoals hij zei ‘God mij op nietsontziende wijze reinigde van mijn innerlijke gifbronnen’. Woede was zo’n bron. 

Desistance

Ik leg de link naar het moedige en mooie werk dat onze vrijwilligers dagelijks mogen doen: getuigen zijn van herstel. Helpen en aanmoedigen het oude leven af te leggen en het nieuwe aan te doen. In de criminologische wetenschap heet dat desistance. Clayton formuleerde dat als ‘het cognitieve, psychologische, sociologische en emotionele beslissingsproces aan de hand waarvan overtreders op de lange termijn leren criminele gedragspatronen op effectieve en betrouwbare wijze te weerstaan, te beëindigen en om te buigen in niet-criminele, sociaal aanvaarde gedragspatronen om een bevredigend en verrijkend leven op te bouwen én vast te houden’. En, schreef hij erbij: ‘een uitstekende originele visie om de bekering van een monnik te begrijpen’. Komt, laten wij aanbidden, die Koning. Christus is geboren!

Met gevangen groet,
Hans Barendrecht

directeur bestuurder

(N.a.v. W. Paul Jones, ‘Moordenaar wordt monnik’. Jones, zelf monnik, bezocht Clayton. Juist toen het klooster uiteindelijk akkoord ging om Clayton als kluizenaar te laten intreden, overleed hij.)