Een week of wat geleden was ik op bezoek bij de directie in de vrouwengevangenis van Evertsoord. Deze gevangenis is bijzonder mooi gelegen in het Limburgse land. En het heeft een heus bajescafé waar je tijdens een fietstocht prima even wat kunt drinken of zelfs een lunch gebruiken. De bediening is in handen van gevangenen. U leest het goed. Gevangenen. Lopen ze dan niet weg? Kennelijk niet. Want: “Het is geen oplossing als je wegloop”, aldus een van de medewerkster van het café.Ik vond dat oprecht mooi. Volwassen antwoorden op je straf: uitzitten én werken aan je toekomst.
Terugkeer
Zorgen dat gevangenen niet weglopen, is een kerntaak van het gevangeniswezen. Een tweede kerntaak is terugkeer in de samenleving. Die eerste taak gaat hen beter af dan de tweede. Het aantal ontsnappingen bleef de laatste vijf jaar beperkt tot maximaal één of twee per jaar. Een stabiele terugkeer in de samenleving blijkt lastiger. Bijna 27 procent van de gevangenen belandt binnen twee jaar opnieuw in detentie.
Ik zet de lens even scherp op detentie. Het betekent zoiets als ‘houden voor een ander’. En die ander zijn u en ik, of wat formeler, de rechtsstaat. Het is denk ik goed om dat af en toe weer eens te beseffen. Wij zijn als het ware mede verantwoordelijk voor hoe detentie wordt uitgevoerd. We hebben dan wel niet direct en dagelijks een vinger in de pap. Maar toch, via politieke partijen en organisaties als Gevangenenzorg Nederland kunnen we onze stem laten horen. En wat misschien nog wel beter wordt gehoord is wat we doen. Want mensen luisteren tegenwoordig vooral met de ogen.
Menselijk contact
En er is veel te doen. Steen en tralies veranderen mensen niet. Wél het menselijk contact. En zolang er gevangenen zijn, zullen wij op bezoek gaan. Keer op keer. Ook al hebben ze het nodige op hun kerfstok of is er (nog) geen besef van verkeerd te zijn geweest. Zolang we gevraagd worden om hen ons oor te lenen, dan zijn we present. We lopen er niet voor weg. Vrijwilligers als Henk met een drukke baan, houden één dag in de week hun agenda leeg. Dan gaan ze naar ‘hun naaste in de gevangenis’, in dit geval naar Melanie in Evertsoord.
Op de bodem van alle overwegingen om gevangenen te bezoeken, ligt het inzien dat Jezus niet wegliep bij het zien van de menselijke ellende. ‘Ik kom’ (Psalm 40), zei Hij. En daarom gaan wij. Want dwars door de herfst van de misdaad en de winter van detentie kan toch weer een voorjaar van herstel ontstaan. Dát is wat we geloven en van tijd tot tijd ook mogen zien.
Met gevangen groet,
Hans Barendrecht
directeur bestuurder