Onze vrijwilliger Beppie werd geboren in het jaar dat Gevangenenzorg van start ging. Hoe is het om als jonge vrouw nauw betrokken te zijn bij een achterblijver van wie de man in detentie zit?
“Het is vooral erg mooi om met iemand te kunnen meeleven. Ik bezoek een vrouw van wie de man in de gevangenis zit. Zij is achtergebleven met haar kinderen. Het is bijzonder om te merken hoe deze vrouw mij vertrouwt en allerlei zaken deelt die spelen in haar leven. Voor mij is het mijn eerste bezoek.
De eerste twee keren dat ik op bezoek was, vond ik het overweldigend, er kwam zo enorm veel langs over het leven van deze mevrouw. Daarnaast kwamen er gedachten in mij op als: hoe kun je dit nu allemaal goed vinden? Op dat moment is het nog een verhaal. Maar gaandeweg, na al onze afspraken, als de vrouw meer een persoon wordt dan een verhaal, ben ik het complexe van de situatie meer gaan inzien en begrijpen. Zonder dat ik al haar keuzes goedkeur. Want dat is niet aan mij.”
‘Hoe kun je dit nu allemaal goed vinden?’
Totaal andere situatie
“Mijn situatie is totaal anders dan die van deze vrouw. Ik ben jong, niet getrouwd en heb geen kinderen. Daardoor kan ik het niet op dezelfde manier beleven als zij. Dat is soms lastig, maar tegelijkertijd maakt dat het ook gemakkelijker om er voor haar te zijn. Het gaat echt om háár verhaal. Al heb ik ook, net als zij, mijn verlieservaringen. Die ervaringen neem ik mee.
Ik ben erg dankbaar dat Beppie van der Linden als maatschappelijk werker op kantoor steeds met me meedenkt, dat waardeer ik enorm. Je hebt het als vrijwilliger zeker in het begin echt nodig dat er iemand op afstand meeluistert en meedenkt.”
‘Het is vooral erg mooi om met iemand te kunnen meeleven’
Vrijwilliger Beppie
Leerzaam
“Ik bied deze achterblijvende vrouw ondersteuning en luister naar haar, tegelijkertijd zijn de gesprekken ook leerzaam voor mij. Bij de keuzes die ik maak, zijn er goede, minder goede en beste keuzes. In het leven van deze vrouw hebben alle keuzes die ze maakt nadelen. Het helpt mij om te zien hoe gezegend ik ben. Deze vrouw heeft nooit geleerd zelfstandig keuzes te maken. Ik zie het als mijn rol haar te helpen bij de verschillende afwegingen. Maar de keuze ligt bij haar. Op korte termijn is ze er misschien mee geholpen als wij een keuze maken, op de lange termijn niet. Bovendien zou het geen recht doen aan haar als persoon. Ik moet daarbij accepteren dat het keuzeproces langer duurt dan ik zou willen, dat er niet gekozen wordt of dat er andere keuzes worden gemaakt dan ik zelf zou maken. Het is aan haar te beslissen hoe zij haar leven wil inrichten. Ik wil dat respecteren.
Als ik thuis ben schrijf ik een verslag en ben het dan wel kwijt. Natuurlijk, ik ben benieuwd hoe het met haar gaat. Ik probeer regelmatig voor haar te bidden. Maar het ligt niet als een last op me. Ik weet dat God voor haar zorgt.”