Nieuwsbrief

‘Een aanmoediging om vol te houden’

Terug naar overzicht

“Ik had nog nooit last gehad met de politie”, zegt Jan (midden vijftig). Hij had na een moeilijke tijd fijn werk en met hulp zijn financiën weer op orde. Met zijn nieuwe vriendin en hun kleuterzoontje woonde hij in een kleine flat die hij eigenhandig had opgeknapt. Zijn vriendin weet, in tegenstelling tot Jan, prima de weg op de computer. Ze kon bij zijn bankrekening, waardoor het fragiele financiële evenwicht uit balans raakte. Ze kregen hevige discussies over de financiën, maar ook over opvoeding en huishouden.

“Ik had nog nooit last gehad met de politie”, zegt Jan (midden vijftig). Hij had na een moeilijke tijd fijn werk en met hulp zijn financiën weer op orde. Met zijn nieuwe vriendin en hun kleuterzoontje woonde hij in een kleine flat die hij eigenhandig had opgeknapt. Zijn vriendin weet, in tegenstelling tot Jan, prima de weg op de computer. Ze kon bij zijn bankrekening, waardoor het fragiele financiële evenwicht uit balans raakte. Ze kregen hevige discussies over de financiën, maar ook over opvoeding en huishouden.   

Ruzie 

Ruim twee jaar geleden liep een ruzie over de financiën totaal uit de hand. De buren in de flat waarschuwden de politie en Jan werd opgepakt. “Ze slaan je gelijk in de boeien alsof je een crimineel bent. Ik begrijp hun protocol, maar het kan ook op een andere manier.” Hij vindt het nog moeilijk. “Alle buren van de flat stonden te kijken hoe ik het politiebusje in werd geduwd, met mijn armen op de rug en in de boeien.” Hij werd voor een nacht opgesloten in een politiecel.   

Jan kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf voor huiselijk geweld. De voorwaarden waren dat hij zich twee jaar lang elke twee weken bij de reclassering moest melden voor een gesprek en dat hij in therapie ging.  

‘Hij heeft dit nodig om zijn leven op de rit te houden’

Vrijwilliger Matthijs

Via de reclassering hoorde Jan dat hij bezoek kon krijgen van een vrijwilliger van Gevangenenzorg, hoewel hij niet gevangen zit of heeft gezeten. Daar maakte hij dankbaar gebruik van en zo kwam onze vrijwilliger Matthijs in beeld. “Het klikte gelijk”, zegt Jan. Hij vindt het fijn om te kunnen praten over alles wat op hem afkomt.   

“Als ik ergens mee zit, kan ik om raad vragen. Dat vind ik zo fijn eraan”

Eén keer per maand komt Matthijs een ochtend op bezoek, en als dat nodig is, wat vaker. Lukt het Jan bijvoorbeeld niet om een formulier in te vullen, dan komt Matthijs hem helpen. Jan is daar erg blij mee. “Als ik ergens mee zit, kan ik om raad vragen. Dat vind ik zo fijn eraan.” Hij heeft dit nodig om zijn leven op de rit te houden.   

Voor Matthijs is het soms complex: “Toen ik hier kwam, vertelde Jan over zijn leven. Ik hoorde al die verhalen. Ik vroeg me af: hoe moet ik hiermee omgaan? Gelukkig kon ik dat overleggen met Gerie-Anne, maatschappelijk werker bij Gevangenenzorg.”  

Vijf overdenkingen voor geloofsopbouw en inspiratie

Er zijn voor de medemens 

Het bleek verstandig om de vriendin van Jan erbij te betrekken. Ze woont inmiddels ergens anders, maar ze hebben nog veel contact met elkaar. Jan helpt haar waar nodig, zowel financieel als bij de opvoeding. Hun zoontje is afwisselend bij zijn vader en moeder. Jan is gek op zijn zoontje: “Mijn alles”, zegt hij trots als hij een foto van zijn kind laat zien. Zijn vriendin stond open voor een gesprek met Jan en een andere vrijwilliger van Gevangenenzorg. De uitkomst was dat Jan en zijn vriendin werden doorverwezen naar een organisatie die hen kan begeleiden bij de omgang met elkaar, de opvoeding en de financiën. Dat neemt de druk op Jan wat weg. Matthijs heeft geen contact met de vriendin, hij is er helemaal voor Jan. Daar heeft Matthijs, nu hij met pensioen is, de tijd voor. “Ik wil met mensen in contact treden, er zijn voor mijn medemens. Wie hij of zij ook is. Ook vanuit mijn christen-zijn wil ik naast de mensen staan.”  

Uitkomst 

Jan is blij met de bezoeken en de aandacht van Matthijs. Hij heeft weinig contact met zijn familie. Zijn ouders en broer met wie hij het goed kon vinden, leven niet meer. Eén muur van zijn flat is ingericht met portretfoto’s en persoonlijke voorwerpen van hen, als gedenkplaats. Zijn dochter uit een eerder huwelijk woont ver weg en moet zelf alle zeilen bijzetten om haar gezin in goede banen te leiden. Hij ziet haar weinig.  

Voor Jan is het een uitkomst dat hij bij Matthijs steeds zijn verhaal kwijt kan en hem om raad kan vragen. Dat neemt de spanning weg die hij vroeger opkropte. Of zoals Jan het zegt: “Je kan je hart luchten. Daar knap je zo van op.”