Over het leven van Rutger (bijna 34 jaar) zou je met gemak een boek kunnen schrijven. Maar als je zijn turbulente leven kort zou moeten samenvatten, zouden deze twee zinnen uit ons gesprek overblijven: “God zoekt zondaren, geen nette mensen over het algemeen. Daar ben ik het levende bewijs van!”
Rutger groeide op -samen met zijn oudere zus en tweelingbroer- in een gezin dat niet praktiserend gelovig was. Dat veranderde toen hij 11 jaar oud was en zijn ouders radicaal tot geloof kwamen. Dat maakte enorm veel indruk op hem. Vanaf die tijd bezocht het gezin elke zondag de kerkdiensten van de Gereformeerde Gemeente. Rutger: “Ik vond dat een positieve verandering, een voorrecht!”
Geen tijd meer
“Op een morgen, ik was toen 14 jaar, had mijn moeder Openbaring 10:6 op haar hart gekregen: ‘…dat er geen tijd meer zal zijn’. Dat raakte mij zo intens. Dat bedoelde God voor mij. Ik heb toen gehuild en gebeden of ik op tijd mocht zijn. Ik was in die tijd altijd bang voor de oordeelsdag”
“Maar daarna ben ik helemaal mijn eigen weg gegaan, los van God. Ik werd onverschillig. Alle indrukken waren verdwenen. Het is apart hoe snel je verhardt en onverschillig kunt worden. Dat gaat zo snel. Ik begon met speed en xtc. Daardoor kreeg ik steeds meer problemen. Ik verhuisde van het ene plekje naar het andere, werd regelmatig ontslagen, kreeg een relatie en kocht een huis. Maar kort daarna ging alles mis.”
Rutger pleegde steeds zwaardere delicten. Dat heeft wel 10 jaar geduurd. Het ging almaar verder bergafwaarts met hem. Door het drugsgebruik kreeg hij psychische problemen, hoorde hij stemmen in zijn hoofd die hem de huid vol scholden.
God zocht Rutger op
Maar tussen die kwade stemmen door, kwam ook de tekst ‘dat er geen tijd meer zal zijn’ naar boven. Dat bracht Rutger ertoe te gaan bidden. “Ik was me ervan bewust dat ik geen gevoel meer had. Ik dacht: dan bid ik maar zonder gevoel. Elke dag ging ik bidden of God mijn geweten wilde openen, of ik een kind van God mocht worden.” Op een dag, toen hij bij zijn moeder was om brood te halen, zei zij tegen hem: “Ik zou jezelf maar gaan aangeven, anders kom je in de wanhoop terecht.” Dat voelde voor Rutger als een allerlaatste waarschuwing. “Ik zat al in die wanhoop.” Hij is naar de politie gegaan. “Alles wat ik had gedaan, heb ik eruit gegooid.” Maar hiermee was het nog niet klaar. Rutger werd veroordeeld en heeft 2 jaar en 7 maanden gevangen gezeten en kreeg ruim een jaar tbs met voorwaarden.
De gevangenisstraf in Zutphen had twee kanten, ervoer Rutger. “Het was in de eerste plaats natuurlijk mijn verdiende straf. Je bent niet vrij, maar zit vast. Maar ik kreeg daardoor wel alle tijd om na te denken. Je wordt echt stil gezet. Het was een bijzondere tijd, omdat ik dicht bij God leefde. Ik heb erg veel spijt gehad van alles wat ik heb gedaan. Ik heb iedereen die ik heb benadeeld een spijtbetuiging geschreven. En kort daarna kreeg ik van links en rechts de groetjes, zo onvoorstelbaar! Ik kreeg een tweede kans.”
“Mattheus heeft zoveel steun aan zijn vrijwilliger Gijs. Ik zie hem groeien”
In de gevangenis kwam Rutger Mattheus tegen (niet zijn echte naam, maar zijn doopnaam). Deze jongen had het enorm zwaar. “Toen hij hoorde dat ik zo door God uit de wereld was getrokken, vroeg hij: ‘Hoe moet ik dan leven?’ Ik zei: ‘Leg het bij de Heere neer’. Ik schreef voor hem het Onze Vader op om te bidden. En zijn leven veranderde ook. Mattheus mocht zich later laten dopen in de gevangenis.”
Mattheus krijgt bezoek van Gijs, een vrijwilliger van Gevangenenzorg. “De man die hem bezoekt, is ook christelijk. Ik kende die hele man niet, maar was zo blij met hem! God zorgde ervoor dat ook Mattheus mensen om hem heen kreeg, wat mijn gebed was. Hij heeft zoveel steun aan Gijs. Ik zie Mattheus groeien. Juist daarom is Gevangenenzorg zo belangrijk. Juist in de gevangenis wil God werken. Die hulp is dus hard nodig!”
Rutger heeft nog steeds contact met Mattheus. Hij belt hem elke dag en hij gaat ook regelmatig op bezoek.
Na de gevangenisstraf volgde voor Rutger nog een jaar verblijf in een tbs-kliniek. Hoewel hij het daar niet gemakkelijk had, -er waren minder gelovigen om hem heen met wie hij kon praten- heeft hij er erg veel geleerd. “Omdat je dan van boven af kijkt naar wat er is gebeurd. Waar het mis ging. Ik heb daar zoveel aan gehad.”
‘Er is hoop’
Inmiddels is Rutger bijna helemaal vrij man. In januari beëindigen de tbs-voorwaarden. Hij heeft inmiddels een woning en is enorm blij met zijn huis. Met plezier geeft hij een korte rondleiding. Het gaat goed met hem en dat is te zien!
Hij werkt inmiddels in de schoonmaak. Binnenkort hoopt hij een opleiding tot ervaringsdeskundige te gaan volgen om zo anderen te kunnen helpen. Voor Gevangenenzorg gaat hij alvast als ervaringsdeskundige presentaties en gastlessen geven. “Ik heb echt Gods leiding in mijn leven ervaren en wil duidelijk maken dat het Gods werk is. Hij is het die mij veranderde! Ik voel mij geroepen om te vertellen wat God voor mij gedaan heeft. Er is nog hoop voor iedereen die in Hem gelooft!”