Claudia was 29 jaar toen ze werd veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf, met daarna tbs. In de gevangenis ging de knop om. “Ik zat 2 maanden in volledige beperking. Dat betekent dat je geen tv hebt, geen bezoek krijgt. Ik heb toen om een Bijbel gevraagd. Die had ik nog nooit gelezen. De verhalen van Jezus hebben zó mijn hart geraakt.” Ze volgde een Alphacursus en is in de gevangenis gedoopt. Ondertussen had ze het zwaar in de vrouwengevangenis. Ze kreeg nauwelijks bezoek van buiten. Samen met de gevangenispastoor nam ze contact op met Gevangenenzorg Nederland. En zo kwam onze vrijwilliger Ans regelmatig langs. Het is zo belangrijk dat er vrijwilligers zijn, vindt Claudia. “Ze laten je zien dat je niet zomaar een monstertje bent dat opgesloten moet worden.”
Gevoel uitschakelen
In de gevangenis had Claudia het niet gemakkelijk. Dat geldt ook voor het leven dat ze leidde voordat ze werd veroordeeld. Zij en haar zussen zijn in hun jeugd mishandeld en verwaarloosd. Claudia was 16 jaar toen haar ouders scheidden. In die tijd ging ze vooral om met oudere mannen. Het waren verkeerde relaties. Ze dacht van die mannen de liefde te krijgen die ze thuis nooit had gehad. Het liep uit op mishandeling, verkrachting en gedwongen prostitutie. “Ik ging drugs gebruiken om mijn gevoel uit te schakelen, raakte in een zware depressie en was gemakkelijk te manipuleren.” Ze vertelt dat ze werd betrokken bij een ruzie tussen drie mensen en werd aangezet om geweld te gebruiken, zodanig dat een van hen is overleden.
“Het is fijn dat er iemand is die naar je omkijkt. Dat je weet dat je ertoe doet.”
Claudia bracht 4 jaar door in de gevangenis. Ze was blij dat ze daarna naar een tbs-kliniek kon. “Ik wilde tbs hebben. Dan word je tenminste geholpen, anders had ik nu nog met dezelfde problemen gezeten.” Vanaf het begin heeft ze in de kliniek overal aan meegewerkt, ze volgde therapieën en deed cursussen. Ze was en is enorm gemotiveerd om een ander leven te leiden.
Waardevol
Ook in de tbs-kliniek vroeg ze een bezoekvrijwilliger van Gevangenenzorg. Dat werd Sietske. Claudia waardeert die bezoeken enorm. “Het is fijn dat er iemand is die naar je omkijkt. Dat je weet dat je ertoe doet. Dat ook jij van waarde bent. Sietske is een schat van een vrouw. Wat ook zo fijn is: ze is gelovig. We kunnen samen bidden en over het geloof praten. Ik heb zoveel kracht uit geloof gekregen.”
Deze woorden ontroeren Sietske: ”Ik vind het mooi dat ik met je mocht meelopen”, knikt ze naar Claudia. “Ik heb mogen zien hoe je steeds weer stapjes vooruit zette. En wat ik heel bijzonder vind, is je rechterarm.” Claudia steekt haar arm uit. Er staat een complete Bijbeltekst op getatoeëerd: Filippenzen 4 vers 13.
De tekst loopt door onder de foto.
Levenslang
Daar wil ze voortdurend naar kunnen kijken. Want ze blijft dit nodig houden. “Het liefst zou ik alles wat is gebeurd uitwissen. Maar dat gaat niet. Het blijft je levenslang achtervolgen”, zegt Claudia. De andere kant is, zegt ze, dat ze niet meer had geleefd als dit alles niet was gebeurd. Zo erg was ze eraan toe. Nu is ze al tien jaar clean, heeft ze een eigen huis met eigen beestjes en hoopt ze een baan te vinden als dierenverzorgster.
Het gaat goed! Daarom is vandaag het laatste officiële bezoek van Sietske. Het afscheidscadeau dat Sietske meebracht is symbolisch: mensen die elkaar vasthouden, met in het midden een lichtje. Sietske en Claudia blijven elkaar vasthouden. Er blijft contact, want daarvoor is wat ze samen hebben opgebouwd, veel te waardevol.