Nieuwsbrief

“Wat gaaf dat jullie dit doen”, klinkt het opeens

Terug naar overzicht
Op deze pagina

Door onze vrijwilligster Nicolette. Nicolette is één van de 650 vrijwilligers van Gevangenenzorg Nederland. Ze schreef dit eind 2021 over Arja (Arja’s echte naam is bij ons bekend).

“Vijf politieagenten stonden er in haar huiskamer, 9 dagen na de geboorte van haar tweede kind. Ik ben op bezoek bij Arja (niet haar echte naam) om kerstpresentjes aan haar kinderen te geven, namens hun vader – een jaarlijkse actie van Gevangenenzorg Nederland (ook bij verjaardagen van kinderen doen we dit). “Deze hele kast hebben ze leeggehaald”, wijst ze, terwijl ze de baby een fruithapje geeft, “maar hier niks gevonden. Wel op zijn computer: kinderporno.” Ze spuugt het woord uit. “In bezit hè, hij heeft ze niet zelf wat aangedaan” – vergoelijkt ze nog enigszins. “De agenten waren wel aardig hoor.” Verrast kijk ik op. “Die vrouwelijke agent heeft nog een paar keer gebeld hoe het met me gaat.”

Twee maanden heeft ze hem nog bezocht in detentie. Tot bleek dat er ook foto’s van hun baby tussen het materiaal zaten. Hij is direct uit de ouderlijke macht ontzet. Ze wil hem nooit meer zien. Hij heeft gesmeekt en gehuild, via de advocaat geprobeerd contact te krijgen met zijn kinderen; tevergeefs. Heftig om te horen voor mij. Want als bezoeker van gevangenen of familieleden hoor ik meestal de andere kant: hoe het hebben van kinderen juist de motivatie is voor gevangenen om alsnog wat van hun leven te maken, om uit de criminaliteit te raken.

Steun ons werk met een gift

Uw gift wordt gebruikt voor het opleiden en professioneel begeleiden van onze 650 vrijwilligers.

Steun ons werk

De vrouw op deze foto is niet Arja zelf.


Als ik de lego-bouwwerken in de vitrinekast bewonder, glundert Arja: “Door mijn zoon gemaakt, samen met zijn vader.” Door haar boosheid heen hoor ik iets van haar oude liefde. Een decennium waren ze samen, en in één klap zijn ze nu beiden alles kwijt. Van goed verdienende vrachtwagenchauffeur, nu berooid in de bak, en zij in de bijstand. Ik vraag naar haar netwerk. Ze vertelt: moeder overleden, vader Alzheimer, schoonmoeder kapot van de misdaad van haar zoon – Arja en zij hebben veel aan elkaar gehad het afgelopen jaar. Hier zijn alleen maar verliezers.


“Wat gaaf dat jullie dit doen”, klinkt het opeens, “wie zijn die donateurs van jullie eigenlijk?”. Ik leg uit dat de meesten een christelijke achtergrond hebben. “Ik ga ook een gift overmaken”, zegt ze gedecideerd, ‘dit werk moet doorgaan’.


Het oudste kind is tijdelijk opgenomen voor trauma-behandeling, Arja zelf staat op de wachtlijst. “Ik moet verder met mijn leven”, klinkt het strijdlustig. “Al is het maar voor hem”, en wijst met het lepeltje naar de baby. Bij het weggaan complimenteer ik haar met haar kordate houding. “Wij zijn vrouwen hè?”, lacht ze breeduit, met de baby op haar arm. “Het sterke geslacht!’ beaam ik, en zachtjes trek ik de voordeur achter me dicht. Mijn klein leed verdwijnt als sneeuw voor de zon.

[mollie-donatie-flow-button tekst=”Doneer direct” donatie-pagina=”Doneren”]